Uitspraken Hof van Justitie over toeslagen maken deeltijdwerkers duurder
Vonnissen van het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn geen dagelijkse kost en evenmin sappige leeskost. Wat ze wel kunnen zijn cao’s en arbeidsvoorwaardenregelingen op hun kop zetten. Dat is wat er gebeurt na twee arresten van het Hof over toeslagen voor deeltijdwerkers. Die dreigen duurder te worden door de uitspraken van de Europese rechters.
De vraag is niet meer of voltijders en deeltijders hetzelfde verdienen per uur, maar of ze gelijk worden behandeld per arbeidsvoorwaarde
De AWVN roept werkgevers dan ook op om hun arbeidsvoorwaarden er nog eens op na te slaan. Let erop of daarin onderscheid wordt gemaakt naar arbeidsduur ten opzichte van voltijdwerk. Als dat zo is, check dan of daar dan een objectieve rechtvaardiging voor is. Zo niet, overweeg dan of deze arbeidsvoorwaarden aangepast kunnen worden.
Dat klinkt net zo onheilspellend als het is. Als er voor parttimers en fulltimers een gelijke urennorm geldt die recht geeft op toeslagen, dan is dat een vorm van ongeoorloofd onderscheid. Het ongeoorloofde aspect komt als deeltijders dezelfde prestaties in uren moeten leveren voor een toeslag als voltijdwerkers, ook al werken ze minder uren. Daardoor hebben ze niet dezelfde mogelijkheden om voor een toeslag in aanmerking te komen.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een streep gehaald door deze ongelijkheid. Niet in één maar in twee arresten, allebei in Duitse kwesties.
Deeltijdpiloten bij Lufthansa
Het eerste arrest dateert van 19 oktober 2023. Deze zaak draaide om een piloot van de Duitse vliegmaatschappij Lufthansa, die in deeltijd werkte (90 procent). Hij had een zaak tegen zijn werkgever aangespannen omdat hij door zijn deeltijdwerk per definitie niet in aanmerking kon komen voor een hogere beloning.
De arbeidsvoorwaarden voor piloten van Lufthansa zijn gekoppeld aan hun aantal vlieguren. Piloten komen voor een toeslag in aanmerking als ze minimaal 106 uren per maand vliegen. Een volgende toeslag volgt bij 121 vlieguren en de derde toeslag bij 136 vlieguren.
Niet in staat toeslagen te verkrijgen
Deze drempelwaarden gelden voor alle piloten, ongeacht of ze in deeltijd werken. Een omrekening naar de verhouding tussen werktijd en vlieguren is niet gemaakt. Het Hof gaf de piloot daarom gelijk, omdat hij tijdens zijn werktijd naar rato dezelfde inspanning aan de dag legt dan zijn collega’s die voltijd werken.
Maar in de praktijk zijn de deeltijd-piloten niet in staat om de uren te vliegen die recht geeft op alle toeslagen. Willen ze toch voor deze toeslagen in aanmerking komen, dan moeten ze naar verhouding meer uren vliegen dan de piloten in voltijddienst. Dit brengt een grotere last voor deeltijders met zich, aldus het Hof.
Twee verpleegkundigen
Het tweede arrest met een gelijke strekking dateert van 29 juli 2024. Die was aangespannen door twee verpleegkundigen van KfH Kuratorium fur Dialyse und Nierentransplantation die in deeltijd werkten. De één werkte voor veertig procent van de reguliere arbeidstijd, de ander voor tachtig procent. Een toeslag aan medewerkers voor overuren werd enkel toegekend vanaf de voltijd normale wekelijkse arbeidsduur van 38,5 uur.
Ook in deze kwestie was sprake van ongeoorloofd onderscheid. Deeltijders moeten naar verhouding meer inspanning leveren, omdat ze veel verder boven hun beschikbare uren moeten werken om voor dezelfde toeslag in aanmerking te komen.
Geen toeslag voor extra uren
Voltijd verpleegkundigen krijgen namelijk bij elk gewerkt uur boven de normale arbeidstijd een toeslag, terwijl deeltijd verpleegkundigen geen toeslag ontvangen voor de uren die zij werken tussen hun eigen normale wekelijkse arbeidsduur en de normale wekelijkse arbeidsduur voor voltijders.
Het Hof biedt wel een uitzondering waarbij de ongelijkheid is toegestaan. Dan moet er een objectieve reden zijn om fulltimers en parttimers ongelijk te belonen. Is dat een passende maatregel om een legitiem doel te halen? Het is aan nationale rechters om te toetsen of zulke uitzonderingen geoorloofd zijn. Maar uit de arresten van het Hof wordt al wel duidelijk dat budgettaire krapte geen legitieme reden is voor ongelijkheid.
Arbeidsvoorwaarde gelijk worden behandeld
Volgens AWVN moeten werkgevers anders kijken naar arbeidsvoorwaarden. Niet langer staat de vraag centraal of vol- en deeltijders voor hetzelfde gewerkte uur in totaal dezelfde beloning krijgen, maar of vol- en deeltijders per arbeidsvoorwaarde gelijk worden behandeld. Dit brengt met zich dat de totale beloning van deeltijders voor bepaalde uren mogelijk hoger komt te liggen dan voor voltijders.
AWVN laat in een berekening zien dat bij voltijdwerk een overwerktoeslag ingaat vanaf elk uur boven de veertigurige werkweek. Bij iemand die 32 uur in de week werkt, gaat die toeslag nu in voor de uren daarboven. De toeslag is derhalve hoger in verhouding tot het aantal gewerkte uren.
AWVN waarschuwt dat dit niet alleen kostenverhogend uitpakt, maar ook de arbeidsverhouding beïnvloedt tussen vol- en deeltijders en de bereidheid om voltijds te (blijven) werken.